dinsdag, maart 13, 2007

De ontgoocheling

Wij van Witte sokken zijn fan van alle politieke partijen die allemaal, zonder uitzondering, programmapunten hebben waar wij voor te vinden zijn. Dit maakt de keuze in het stemhokje iedere keer weer tot een vreselijk dilemma. Konden we in de tijd van potlood en papier nog alle bolletjes rood kleuren, tegenwoordig dwingt de stemmachine ons tot hartverscheurende keuzes.

Maar omdat de cassières van de Brusselse Delhaizes nog steeds geen Nederlands kunnen, overweegden we onze voorkeur te laten uitgaan naar een klein sympathiek partijtje met een krachtig Vlaams profiel. Ook waren wij zeer gecharmeerd door de jeugdige voorzitter die met zijn krachtdadige uitstraling zelfs Oliver Maingain Nederlands zou doen piepen. Met dit partijtje aan de macht zou het snel gedaan zijn met franstaligen die in Vlaanderen zonder verontschuldiging voor hun gebrekkige talenkennis de warenhuizen onveilig maken. Gedaan met de vergaderingen waar vijf nederlandstaligen zich onder elkaar in het Frans onderhouden om de ene franstalige terwille te zijn.

Onze verwachtingen waren dan ook hooggestemd, toen we onze favoriete lectuur terzijde lieten, om op Canvas het programma Weg van België te bekijken. In dit programma zou getoond worden hoe de N-VA voorzitter, begeleid door Standaard journalist Marc Reynebeau een tour de Wallonie zou doen om persoonlijk bij de Walen respect af te dwingen voor onze schone taal.

De werkelijkheid, helaas was anders. Bart De Wever spreekt Frans.

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Het is blijkbaar een stokpaardje van de Vlaming om steeds te kunnen tonen hoe goed hij Frans spreekt.

Destijds was het me op de RTBF ook eens opgevallen hoe goed Karel Dillen van het Vlaams Blok Frans kan spreken. Die stak bijna Herman De Croo naar de loef.

Anoniem zei

Van de Vlaamse strijd kan men zeggen dat (indien men die in zijn historische categorie plaatst waarin hij thuishoort) die ondubbelzinnig en duidelijk gerechtvaardigd was.

Er is een tijd geweest waarin de zich van verschillende Vlaamse dialecten bedienende bevolking in België als tweederangsburgers werden beschouwd.
De eersterangsburgers waren toen de zich van het Frans bedienende Bourgeoisie zowel in het zuiden als het noorden van het land, het waren dus niet zozeer de Vlamingen an sich die niet geacht werden maar wel zij die zich enkel maar in één van de Vlaamse dialecten konden uitdrukken.
De burgerij en de vrije beroepen, de adel, de klerikale wereld zowel als de wetgevende en uitvoerende machten bedienden zich immers allen van het Frans als onderlinge omgangstaal.
Het Frans had zich vooral dank zij de oprichting van de academie Française verspreid als het universele communicatiemiddel par excellence.
Deze academie Française had zich als doel gesteld klaarheid te brengen in de Franse taal en het was zij die bepaalde wat voortaan als correct Frans beschouwd zou worden.
Voor het eerst beschikte men zo over een officieel genormeerde levende taal.
Dit Frans zou daardoor algauw de internationale voertaal worden op het Europese vasteland.
Wie aldus deze taal beheerste beschikte over een bij uitstek geschikt instrument om in economisch, sociaal en politieke middens zijn eigen positie te onderhandelen.
De erbarmelijke levensomstandigheden maakten het voor de verpauperde en vooral agrarisch en proletarische bevolking in Vlaanderen quasi onmogelijk om hun positie op enigerlei wijze via de geijkte kanalen tot verbetering te brengen omdat immers alle administratie in het Frans verliep.
Het was dus noodzakelijk dat het Nederlands als officiële taal doorgang zou vinden bij de overheid, het onderwijs, de ambtenarij enz.opdat ook uniek Nederlandstalige Vlamingen de kansen zouden krijgen waarvan tot dan toe enkel Belgen die het Frans beheersten konden genieten.
In het zuiden van het land had de gewone bevolking het voordeel reeds van nature uit Franstalig te zijn waardoor zij deze extra sociale strijd niet hoefden te voeren.

De taalstrijd is dus niet een strijd geweest van Walen tegen Vlamingen zoals men in nationalistische kringen graag doet uitschijnen maar vooral een sociale strijd van de achtergestelde Vlaamse bevolking tegen de Franstalige bourgeoisie om erkenning van het Nederlands als officiële taal om zodoende iedere Belg waarlijk elkaars gelijke te maken.

De omstandigheden zijn heden ten dage geheel anders, de revolutionaire waarheid van gisteren is vandaag triviaal geworden.
De strijd is gestreden,aan alle rechtgeaarde eisen is voldaan.
De Vlaamse beweging kan de boeken met een gerust hart dicht doen en tevreden terugkijken op een bewonderswaardig parcours.

Intussen heeft er zich echter een verontrustende escalatie voorgedaan binnen deze Vlaamse beweging. Deze escalatie lijkt permanent van aard en voltrekt zich schijnbaar ongemerkt.
Een nefast soort flamingantisme stak de kop op, dit flamingantisme uit zich niet langer als de verdediger van de Vlaamse zaak binnen het Belgisch (federaal) bestel maar heeft een uitgesproken vijandige houding aangenomen tegen alles wat maar van ver of dichtbij enig verwantschap heeft met België.
Ondanks het onbetwistbare successtory van het Belgische natieproject (met een levensstandaard en kwaliteit die tot de beste ter wereld behoren) hebben zij het zich tot doel gemaakt om splinter voor splinter en op doordachte maar onverantwoordelijke wijze onze voorbeeldige welvaartstaat tot op de grond af te breken.
Deze intussen geïnstitutionaliseerde en dus machtig geworden stroming laat niet na om zonder ophouden continue uitingen van ergernis ,nestbevuiling, subjectief afgeschilderde feiten gelardeerd met vrijblijvend ongenuanceerd en theoretisch gebazel de wereld in te sturen.
Voor deze geraffineerd ten uitvoer gebrachte maar sterk manipulatieve propagandastroom gebruiken zij de intussen slaafs, want van hen afhankelijk geworden massamedia (waarin ze trouwens verschillende niet onbelangrijke machtsposities verworven hebben).
Terzelfder tijd geven zij aan de hand van onrealistische mooie voorstellingen en het opdringen van valse verwachtingen blijk van een ongelooflijke naïviteit en een lichtgelovig optimisme ten overstaan van hun Vlaamse onafhankelijkheidsstreven, het zijn symptomen van hun overdreven en ongegrond zelfvertrouwen.
Alle heil voor de al dan niet sterk uitvergrote of dikwijls zelfs imaginaire problemen eigen aan België ligt in deze repetitief eenvoudig voorgestelde oplossing.
Over de onvermijdelijke neerwaartse welzijnsspiraal dat dit alles met zich mee zou brengen rept men met geen woord, alle nadelen worden verloochend, verdrongen of geprojecteerd op anderen, conflicten worden achtereenvolgens gecreëerd, gepolariseerd en ten slotte geëscaleerd tot uiteindelijk het rauwe separatisme naar voor wordt geschoven
.
Via deze ingeoefende en tot gewoonten verworden politieke manoeuvres beïnvloeden en vergiftigen ze zo de publieke opinie in Vlaanderen.

Aan de hand van deze subtiel opgezette maskerade sporen ze er de bevolking heimelijk toe aan om onbewust toe te geven aan het onderhuidse egoïsme aanwezig in ieder van ons.
Dit is echter alleen maar mogelijk doordat men dit egoïsme niet als dusdanig ervaart, het werd immers bij voorbaat al gelegitimeerd door allerlei schijnrechtvaardigheden.

Dat het verbreken van de gezamenlijk opgebouwde en in stand gehouden nationale solidariteit onvermijdelijk zal leiden tot een algehele verarming van de gehele bevolking is nochtans een vaststaand feit.
Het is hun ware achterliggende agenda om te komen tot een ultra conservatief/liberale samen(?)leving.

De Vlaamse Volks Beweging (VVB) zou men in de huidige context dus beter kunnen omschrijven als Vlaamse Volks Bedrog.
Alle initiële eisen uit hun ontstaansperiode (en meer) zijn intussen realiteit geworden.
Het ontspoorde eisenpakket van de huidige dag heeft niets meer te maken met de Vlaamse zaak op welke manier dan ook.
De sociale anomalieën die aanleiding waren voor de oprichting van de beweging lijken pervers genoeg diegenen te zijn die ze nu met hand en tand verdedigen.

Alain zei

De redactie van Witte sokken stelt met genoegen vast dat deze publicatie eindelijk ook de ernstige lezer heeft bereikt en wenst de heer Welvaartwatcher dan ook van harte welkom te heten als nieuwe lezer en commentator.

Tot op heden vreesden wij dat onze doelgroep beperkt bleef tot moppentappers en lolbroeken die aan onze bescheiden schrijfsels alleen een ironische betekenis hechtten, maar de komst van de heer Welvaartwatcher toont aan dat Witte sokken ook een intellectueel publiek kan bekoren.